In 2017 interviewde ik toenmalig lid van de Tweede Kamer Carola Schouten over de aanpak van armoede. Het artikel verscheen in het magazine “Armoede een schulden Nederland uit.”

Carola Schouten

Carola Schouten, lid van de Tweede Kamer sinds 2011, diende eerder dit jaar een wetsvoorstel in om uitwassen in de incassobranche te beteugelen. Namens haar partij, de ChristenUnie, vraagt zij regelmatig aandacht voor het vraagstuk van armoede en schulden. ‘De overheid dient zelf ook de beslagvrije voet te respecteren. Je kan geen regel maken die voor iedereen geldt, behalve voor jezelf.’

In mei 2016 diende Schouten een amendeent in waarin mensen met schulden een tweede kans wordt geboden: mensen die onbedoeld een fout maken bij het opgeven van informatie aan de gemeente of uitkeringsinstantie, worden niet direct uitgesloten van een schuldregeling. Het amendement werd door de Tweede Kamer aangenomen. In juli dit jaar diende ze samen met Keklik Yücel (PvdA) een wetsvoorstel in dat malafide incassobureaus aan banden moet leggen. Schouten en Yücel introduceren in dit voorstel een incassoregister, stellen eisen aan opleiding en bedrijfsvoering, voorzien in toezicht en willen een beroepsverbod voor bureaus die de regels overtreden.

‘BIJ DE ENE GEMEENTE KRIJGEN ZZP’ERS WEL TOEGANG TOT SCHULDHULP, BIJ DE ANDERE NIET’

Maatschappelijk verantwoorde incasso
Een van de bouwstenen van de Transformatieagenda, die Eropaf! en Over Rood in juli publiceerden, is: laat de incasso doen door bedrijven die maatschappelijk verantwoord werken. Dit als plicht opnemen in een wettelijke regeling gaat Carola Schouten vooralsnog te ver. ‘Ik wil heel graag dat de incassobranche maatschappelijk verantwoord gaat incasseren en ik hoop dat bedrijven die gebruik maken van een incassobureau zich realiseren dat het ook om hun visitekaartje gaat, dus dat ze er zelf voor kiezen om met betrouwbare incassobureaus in zee te gaan.’ Ze verwacht dat het mede door haar ingediende wetsvoorstel een einde zal maken aan misstanden in de branche.

Het mag niet, maar gebeurt wel
Schuldhulpverlening is gedecentraliseerd, waardoor de eerste verantwoordelijkheid ligt bij de gemeente. Dat vindt Schouten een goede constructie: het is voor een gemeente makkelijker mensen te bereiken dan voor het rijk. Ze constateert dat schuldhulpverlening wettelijk gezien goed geregeld is, maar dat er desondanks grote verschillen zijn tussen gemeentes wat betreft de toegankelijkheid en wachttijden.

‘Bij de ene gemeente krijgen ZZP’ers wel toegang tot schuldhulp, bij de andere niet. Bij de ene gemeente worden ze als ondernemer gezien en bij de andere als iemand die hulp nodig heeft. Klijnsma heeft steeds gezegd: “Het mag niet, dus het komt niet voor”. Dat is niet het geval: het mag niet, maar het komt wél voor. Als we een wet hebben waarin staat dat iets niet mag, moeten we er ook op toezien dat de wet wordt uitgevoerd. Het is de taak van de rijksoverheid om ervoor te waken dat gemeenten toegang geven aan iedereen die daar recht op heeft.’

Beslagvrije voet
Op 1 januari 2016 is het digitale beslagregister voor deurwaarders in werking getreden. Deurwaarders zijn verplicht het beslagregister te raadplegen om te waarborgen dat bij beslaglegging de schuldenaar niet onder de beslagvrije voet komt. De overheid is niet op dit register aangesloten. Schouten noemt het urgent dat de rijksoverheid zelf ook de beslagvrije voet respecteert. ‘De overheid doet dit nu niet. Je kan geen regel maken die voor iedereen geldt, behalve voor jezelf. En die vervolgens de mensen die het treft ook nog veel dieper in de ellende stort’.

Gecentraliseerde rijksincasso?
Er is een groot aantal overheidsorganisaties waar mensen met schulden mee te maken krijgen. Het CJIB voert voor verschillende overheidsdiensten de incasso uit. Schouten noemt het idee van een centrale rijksincasso ‘sympathiek’ maar voorziet knelpunten in de uitvoering. ‘Het voordeel kan zijn dat je met één instantie te maken hebt, die beter het overzicht heeft op wat er speelt. We hebben ook slechte ervaringen met het CJIB. Het CJIB gaat nog wel eens dwars door schuldhulptrajecten heen. Voor we heel veel mensen afhankelijk gaan maken van één instantie, moeten we zeker weten dat het vloeiend loopt. We nemen een te groot risico’.

‘EEN RIJKSINCASSO KLINKT SYMPATHIEK, MAAR IK BEN BANG DAT ER IN DE UITWERKING TE VEEL MIS GAAT’

Begrijpelijke taal
Schouten is voorstander van het invoeren van een breed moratorium in de schuldhulpverlening, waarbij er een incassopauze mogelijk is. Zo’n tijdelijke afkoelingsperiode geeft schuldeisers en schuldenaar rust en ruimte om alle schulden in kaart te brengen en tot oplossingen te komen. ‘Zo’n adempauze moet zo snel mogelijk ingevoerd worden. Ik noem het niets voor niets adempauze, want de term moratorium is me te technisch. Als wij al die deurwaarders en incassobureaus verfoeien om hun ingewikkelde taalgebruik, laten we dan zelf vooral het goede voorbeeld geven. Brieven van deurwaarders zijn vaak onleesbaar en mensen begrijpen totaal niet wat er staat. Het moet juridisch kloppen, maar laten we niet doen alsof we daar geen begrijpelijke taal voor kunnen gebruiken.’

Waanzinnig complex
Schouten pleit ook voor een vereenvoudiging van het toeslagenstelsel. ‘Dit hebben we in onze goedbedoelde drang om zoveel mogelijk maatwerk te leveren, waanzinnig complex gemaakt. We zouden het makkelijker moeten maken om toeslagen toe te kennen en uit te keren. Het gaat vaak mis met de aanvraag voor kinderopvangtoeslag, dat is een ingewikkelde regeling.’

Ze zou het logisch vinden dat toeslagen weer rechtstreeks aan de betreffende instanties worden uitgekeerd: de huurtoeslag aan woningbouwvereniging en de zorgtoeslag aan de zorgverzekeraars. ‘Je hebt gemeenten die polissen aanbieden en gelijk rekening houden met de zorgtoeslag.’

Basisinkomen
Schouten heeft haar twijfels bij de eventuele invoering van een basisinkomen: het is wellicht te duur, ook voor mensen die het helemaal niet nodig hebben en schiet mogelijk zijn doel voorbij. ‘Het zou kunnen dat bepaalde groepen er fors op achteruit gaan, met name mensen met een chronische ziekte of handicap. Neem bijvoorbeeld mensen die hoge toeslagen ontvangen, omdat ze hoge zorgkosten hebben, niet meer kunnen werken en een aangepaste woning nodig hebben. Lukt het om dit met een basisinkomen te compenseren? Ik ben ervoor om te kijken hoe we zo gericht mogelijk mensen kunnen bereiken, zodat we ze kunnen geven wat ze nodig hebben. Ik ben er bij een basisinkomen niet zeker van of dat lukt. Het idee van het basisinkomen heeft de charme van de eenvoud, maar ik ben bang dat het er niet voor gaat zorgen dat mensen krijgen wat ze nodig hebben’.

Schuldhulpmaatje
Carola Schouten zou graag zien dat er om mensen met schulden een steviger netwerk ontstaat, waaruit ze steun en hulp kunnen halen. In haar woonplaats Rotterdam is ze actief als schuldhulpmaatje. Dit brengt haar in contact met mensen met financiële problemen. ‘Het gaat niet alleen om schulden, maar om het persoonlijke contact en betrokkenheid: het steuntje in de rug, de bemoediging om vol te houden bijvoorbeeld. Hele menselijke zaken.’